Hij was 11 jaar toen hij wilde gaan voetballen en lid werd. Een groot talent, een bijzondere voetbalcarrière volgde. In 2008 debuteerde hij als 16-jarige in het 1e elftal en daarna klopten grote clubs aan. Na vele jaren is hij intussen als jeugdtrainer terug aan de Oldegaarde én wil hij komend seizoen nog een keer belangrijk zijn voor Spartaan’20-1.
We vroegen Shayron Curiel naar al zijn eerdere voetbalbelevenissen én naar wat hij ons nog wil gaan brengen.
Allereerst, hoe verliep jouw jeugdopleiding?
Op mijn 11e werd ik lid van Spartaan’20. Ik ging trainen bij Bert-Jan Vaandrager in de D1. Voetballen op zaterdag was vanwege mijn geloof nog niet mogelijk. In de B1, ik was intussen 16, speelde ik pas een van mijn eerste wedstrijden, op een avond in 2008 tegen NAC. B1 speelde toen de hoogste divisie. Bij die wedstrijd was ook Albert Stuivenberg aanwezig, nu de assistent-coach bij Arsenal maar toen trainer van Oranje O17. Ik werd direct door hem geselecteerd voor twee kwalificatie-interlands van O17. En dat als jongen van een amateurclub tussen vrijwel allemaal aankomende profs van grote clubs, zoals Jordy Clasie en Jeffrey Bruma.
Zo zeg, dat ging dus ineens heel snel met je?
Ja dat kan je wel zeggen. Ik mocht spelen tegen Bosnië en deed het goed. Er waren bij die wedstrijd scouts van Chelsea, met als gevolg dat ik direct werd uitgenodigd voor een trainingsstage van tien dagen in Londen. Binnen nog geen twee maanden kwam het allemaal over me heen, een van mijn mooiste momenten in mijn carrière natuurlijk.
Voor de EK van Oranje O17 werd ik uiteindelijk niet geselecteerd, er was veel concurrentie en Stuivenberg legde mij goed uit dat Feyenoorders Jerson Cabral en Rajiv van la Parra toch de voorkeur kregen. Jammer natuurlijk, maar te begrijpen voor me.
Uiteindelijk was het ook nog te vroeg voor Chelsea. Intussen maakte ik als 16-jarige ook nog mijn debuut in Spartaan’20-1. Na dat seizoen ging ik naar de jeugdopleiding van Sparta, speelde daar eerst in de A1, toen in Jong Sparta en kwam daarna in beeld bij Sparta-1.
Dus er volgde een betaalde carrière?
Nou, eerst niet helemaal. De concurrentie bij Sparta was moordend met een aantal ervaren spelers. Ik ging op zogenoemde amateurbasis naar FC Dordrecht, moest daar een contract verdienen. Ik maakte er indruk op Theo Bos, een geweldige en helaas te jong overleden trainer. Ik kreeg binnen twee weken een contract en ik leerde veel van hem. Door een grote fout in mijn leven speelde ik een tijd niet, kwam terug via Alexandria’66 (toen getraind door Omar Khan) en Dordrecht gaf me daarna een tweede kans en ik werd weer omarmd als betaald voetballer. Toch liep het daarna anders. De volgende trainer zag het niet in mij zitten, ik speelde bijna niet en ik liet mijn contract ontbinden omdat het plezier echt verdween. Ik wilde zelfs helemaal stoppen met voetbal.
Maar…
Nou ja, met Omar Khan had ik een goed contact, hij haalde me over toch weer bij Alexandria te gaan spelen, later ging ik met hem mee naar Nieuwerkerk. In het seizoen 2018/2019 werd Omar trainer van Spartaan’20 en daardoor keerde ik ook hier terug. Na twee mooie seizoenen en een waardeloos corona-jaar wilde ik in 2021 toch nog een stap hogerop. Enkele mooie jaren met Zwaluwen Vlaardingen in de hoofdklasse, maar daarna minder fit en via Nieuwerkerk eindigde ik afgelopen winter bij Zwarte Pijl in de derde klasse.
Okee, maar nu toch weer terug op het oude nest en een comeback als speler?
Allereerst komt dat door mijn zoontje Ace. Hij speelt hier nu in de JO8 en ik train dat team 2x per week, ik voel me heel thuis in de club. Daarnaast ken ik trainer Omar dus heel goed en ik heb het eerste elftal dit seizoen een aantal keren zien spelen. Ik heb goede gesprekken gehad met Ronnie Silvis en Omar en zie absoluut nog een uitdaging!
Je bent nu 34, je hebt veel ervaring. Wat denk je nog te kunnen toevoegen aan de selectie?
Het is jammer van de degradatie, Spartaan’20 hoort als club gewoon in de eerste klasse te spelen. Ik breng mijn ervaring mee en denk vooral de jonge jongens te kunnen helpen, te steunen als het even tegen zit en dat soort dingen. Als ik speel, kan ik helpen met de leiding ín het veld. Zorgen dat we een hechte groep blijven en dan moet het snel weer omhoog kunnen, daar ga ik voor. Aan de 54 wedstrijden in Spartaan’20 1 wil ik er zeker nog een aantal toevoegen!